Of niet? Toen het concept van dit Nederlandse schaakspel me werd voorgesteld als vredesschaken (de vertaling van de naam die in Esperanto bedacht is), had ik eerlijk gezegd mijn bedenkingen. Sowieso is het niet evident om van het meest oerstrategische spel aller tijden een variant te maken. Zeker bij schaakpuristen, kan ik me inbeelden dat dat niet altijd in goede aarde valt.

Ok, laten we Paco Saké (Sako, sako, sorry, even off topic) een kans geven. In veel opzichten lijkt het spelletje heel erg hard op schaken: je hebt acht pionnen, twee torens, twee paarden, twee lopers, een dame en een koning. Net zoals bij schaken, moet de dame op haar eigen kleur staan. Ineens ook een handig ezelsbruggetje om te onthouden waar de koning en koningin moeten staan: de vrouw heeft altijd gelijk. Hey, just like in real life!

Net zoals bij schaken zijn alle bewegingen die de stukken mogen maken bekend, dus ook daar niets nieuws onder de zon. Maar dan begint de pret! Bij Paco Sako is het niet de bedoeling om de schaakstukken van de andere speler weg te spelen. Integendeel. Geen enkel stuk verdwijnt van het bord, maar vormt ‘paren’ met de tegenstander. Vredesschaken, weet je wel. In plaats van te vechten, knuffelen we elkaar tot moes. Doel van het spel is gelukkig nog wel gewoon platvloers winnen, maar zonder slachtoffers.

Hoe werkt dat dan? Wel, ik moet toegeven dat het eerst erg verwarrend oogt. Je mag bewegen met jouw leger zoals je dat schaaksgewijs gewoon bent, maar in plaats van stukken te slaan, vorm je een paar met het stuk dat je ‘aanvalt’. Dat nieuwe schaakstuk, wat uit twee verschillende helften bestaat, mag vervolgens door jezelf én door je tegenstander gebruikt worden. Maar let op! Je mag alleen zetten doen, die jouw eigen stuk kan uitvoeren. Je kan dan ook een gevormd paar uit mekaar spelen door het te slaan met een vrijstaand stuk. Je duwt altijd je eigen stuk uit een paar. En dan volgt hét leuke element van het spel: er kan dan een kettingreactie ontstaan. Het stuk dat je uit het paar duwt, moet naar een vakje waar het stuk reglementair naartoe zou gaan. Staat er op dat vak een ander paar, duw je daar weer jouw eigen stuk uit, en zo gaat de ketting verder.

Chaos!

Wanneer je het spel een tijdje aan het spelen bent, kunnen er zo heel choatische zetten ontstaan, maar o zo leuk om te spelen, want het vergt heel wat tactisch inzicht om de zetten van je tegenstander in te schatten (want, zoals je nu al weet – die mag ook jouw stukken verplaatsen). “Wie wint er dan?”, hoor ik je vragen. Diegene die als eerste een paar kan vormen met de koning van de tegenstander, wint de partij.

Het spel benadert volgens mij het originele schaken zo dicht als mogelijk is. Ken je de regels van schaken, dan ben je met deze versie onmiddellijk vertrokken. Het spel is verfrissend, innovatief en tactisch/strategisch erg uitdagend.

Dus Paco Sako = saai? Verre van. Ik ben me nog wel over het feit aan het zetten dat alle stukken op het bord blijven staan (de oorlogszuchtige kant van jezelf zal je moeten onderdrukken), maar dat mag de pret niet drukken. Dit spel is zeker een uurtje van je tijd waard!

Bekijk het spel hier. Meer info op de site van de maker hier.

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en krijg korting op je volgende aankoop!

Proficiat! Je korting is onderweg (check zeker ook je spamfolder).